Het stuk speelt zich af op den Heirweg. We zijn er te gast in de herberg "In d' Helle" uitgebaat door Wiesten, een weduwnaar en zijn dochter Treesje. De economie op en Heirweg ligt volledig stil en dit door de fusie met de nabijgelegen stad Anzegem. Dit is dan ook het gespreksonderwerp van de dagelijkse klanten, de koster die geen trouwmissen meer moet spelen op zijn orgel, de meester die meer thuis is dan op school, door het feit dat hij maar één leerling meer heeft en de garde die geen processen meer moet uitschrijven en ganse dagen doelloos op zijn fiets door het dorpje rijdt. Er moet dringend verandering komen, maar hoe? De koster vat het plan op om van den Heirweg een mirakeldorp te maken zoals Lourdes of Banneux. Ze overtuigen Treesje om te spelen voor de Heilige Theresia, patroonheilige van het dorp en zetten zo een verschijning in elkaar. Het slachtoffer is juffrouw Filomène, een ouderse jonge dochter en kwezel eerste klas. Het plan lukt, en de verschijning is een succes, maar dan gebeurt er een mirakel....